“Mijn papa is overleden toen ik tien was”, vertelt Sara, “Mama en ik wonen dus al lang met ons tweetjes samen. Ze was alleenstaand, maar als kind ervaarde ik eigenlijk weinig zorgen.” Dat veranderde op 13 maart 2020. Dat was niet alleen de dag waarop de eerste Covid-19-lockdown inging, maar ook de dag waarop Nathalie een hersenbloeding kreeg.
“Ik merkte tijdens het avondeten al dat er iets niet klopte: ze at met haar handen. Even later kreeg ze hevige hoofdpijn. Ik belde de huisarts, die adviseerde om haar een pijnstiller te geven en in bed te leggen. Toen ik wat later ging kijken hoe het met haar ging, lag ze met haar hoofd in het toilet en moest ze braken. Ik studeerde toen ergotherapie en herkende de signalen van uit mijn opleiding, ik belde meteen 112.”
Revalidatie
Nathalie lag drie dagen op intensieve zorgen, daarna drie weken op een gewone afdeling, en vervolgens volgde een lang verblijf in een revalidatieziekenhuis. “Mama is 3,5 maand niet thuis geweest. Door de strenge lockdown die toen van kracht was, mocht ik ze ook maar één keer zien, achter glas met elk een telefoon. Zo communiceerden we.”
Sara werd van de ene op de andere dag mantelzorger. “Je schakelt gewoon over op automatische piloot als zoiets gebeurt. Alle huishoudelijke taken moest ik plots op mij nemen: poetsen, wassen, strijken, koken … Maar ook de betalingen moesten blijven doorgaan. Toen mama eenmaal terug thuis was, werd het duidelijk dat ze eigenlijk nooit meer zelfstandig zou kunnen leven. Mocht je haar op straat tegenkomen, dan zou je niet denken dat ze een beperking heeft, maar die heeft ze wel degelijk.”
Nathalie kan niet meer multitasken, heeft weinig kortetermijngeheugen, en haar fijne motoriek en handelingssnelheid zijn sterk verminderd. Ze heeft er ook neglect aan overgehouden: wanneer ze haar hoofd recht houdt, kan ze niet zijwaarts kijken en heeft ze dus een soort tunnelzicht. “Op straat moet ze daarom heel voorzichtig zijn; autorijden of fietsen mag ze uiteraard niet meer,” vertelt Sara. “Heel veel eenvoudige handelingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn, kan zij niet meer.”
“Voor je mama zorgen voelt zo normaal — of je nu 18, 25 of 50 bent”
“Ik speel voetbal en zaalvoetbal op een vrij hoog niveau. Daarom kook ik vaak ’s ochtends vroeg, zodat mama ’s avonds een maaltijd kan opwarmen als ik aan het trainen ben. In de microgolfoven, want die slaat vanzelf af als het eten klaar is. Een fornuis of oven niet. Dat vergeet ze soms uit te zetten.”

Begrip
In het begin besefte Sara niet dat ze jonge mantelzorger was. “Toen de horeca terug opende, wilden vrienden na school vaak nog iets gaan drinken. Ik kon meestal niet mee omdat ik nog de was moest doen, stofzuigen of een ander taakje. Ondertussen weet ik dat ik mantelzorger ben, maar ik vind het nog steeds moeilijk om mezelf zo te noemen. Voor je mama zorgen voelt zo normaal — of je nu 18, 25 of 50 bent.”
“In onze maatschappij is het ook zo gewoon geworden om extra zorg op te nemen voor iemand anders, dat je het na een tijdje zelf ook normaal vindt. Ik kon soms niet naar de les omdat ik met mama naar het ziekenhuis moest. Of ik moest een training afzeggen omdat ik naar de bank moest. Niemand vraagt je op dat moment: ‘Wat doet dat eigenlijk met jóu?’”
“Ik had graag gehad dat iemand vroeg: ‘Gaat alles écht goed’”
Sara stond er heel vaak alleen voor. Haar school was wel op de hoogte van haar situatie, maar ze miste concrete hulp en een luisterend oor. “Ik had graag gehad dat iemand vroeg: ‘Gaat alles écht goed?’ Dan had ik misschien mijn volledige verhaal verteld, in plaats van gewoon ça va te zeggen.”
“Ik heb helaas nog geen contact gehad met andere (jonge) mantelzorgers. Mijn vrienden hebben echt mijn hart, maar zij hebben nog niet in mijn schoenen gestaan. Al voel ik dat ze heel empathisch zijn, iemand die het 100% begrijpt, dat zou toch anders zijn.”
Springplank
“Ik heb me vaak gevoeld alsof ik op een springplank stond. In plaats van dat ik op mijn eigen tempo in het water kon springen, werd ik er als 17-jarige in geduwd – en moest ik maar proberen te zwemmen. Niemand gooide me een zwembandje toe en ik moest zelf uitzoeken hoe ik naar de kant kon raken. Er werd wel gezegd: ‘Je hebt daar recht op en je kan dat aanvragen.’ Maar nooit iemand die me vastpakte en zei ‘Nu moet je dat doen.’ Ik had echt nood aan iemand die me de weg wees. Je hebt recht op gezinszorg, terugbetalingen, premies, … maar niemand ondersteunt je in die zoektocht. Je moet al zo veel doen net omdat je mantelzorger bent, dus dat andere luik zou geen extra zorg mogen zijn.”
Op momenten dat alles even wat veel is, is Sara dankbaar dat ze vlak bij het strand woont: “Het geluid van de golven, de meeuwen, de zeebries, … dat geeft me de rust die ik nodig heb. Soms denk ik: ik had mijn tijd beter kunnen gebruiken om te poetsen of te wassen. Maar dan zeg ik tegen mezelf: ‘Nee, ik ga nu even naar het strand, omdat ik dat nodig heb.’”
Stap voor stap durft Sara toe te geven dat ze het eigenlijk wel goed doet. “We zijn nu een paar jaar verder en we zijn supergelukkig hier. Het leven gaat door. Ik ben er sterker uitgekomen en ben de persoon geworden die ik nu ben — ook al vind ik het moeilijk om dat over mezelf te zeggen. Ik kan het ook niet altijd; soms loop ik nog met mijn hoofd tegen de muur. Maar dan denk ik: als je zeven keer valt, moet je acht keer opstaan. Dat probeer ik te onthouden.”
“Ik ben ook trots op mama, op hoe zij dat allemaal doet en dat ze hier nog steeds is. Hoe zij is teruggekomen en alles heeft meegemaakt. Maar vooral hoe ze nog steeds kan lachen.”
Het verhaal van Sara en Nathalie:
Je kan het verhaal van Sara en Natalie ook bekijken via de video hieronder:
Zie je het bos niet meer door de bomen?
De Dienst Maatschappelijk Werk van je ziekenfonds staat voor je klaar. Je kan er met elke hulpvraag terecht – van het aanvragen van financiële steun tot het regelen van gezinszorg en terugbetalingen.
Neem contact op met de Dienst Maatschappelijk Werk van Solidaris door op de knop hieronder te klikken.